Officiële schriftelijke klachten

Geachte lezer,

Hierbij kunt u het verzoekschrift lezen, wat ons raadslid Gossen Bos van Plaatselijk Belang Terschelling heeft ingediend bij de Rechtbank Noord-Nederland.

Betreffende de aanvraag om4 officiële schriftelijke klachten in behandeling te nemen.

 

 

Rechtbank Noord-Nederland                                                                                                                                                     Postbus 150.                                                                                                                                                                   9700 AD. Groningen.                                                                   AANTEKENEN.

                                                                                                        Formerum, 18-9-2015.
VERZOEK OM RECHT TE DOEN.

Aan de Rechtbank Noord-Nederland.

Ondergetekende maakt sinds 2012 deel uit van de uit 3 personen bestaande fractie van Plaatselijk Belang Terschelling in de gemeenteraad van dit eiland. De raad bestaat uit 11 raadsleden. In 2014 kreeg het eiland te maken met wat algemeen zou worden genoemd de “ klokkenluideraffaire “, een zaak waarover in de Volkskrant van 28 februari 2015 een informatief hoofdartikel verscheen.
De hierin genoemde affaire heeft op bestuurlijk niveau de nodige effecten gehad, o.a. in vergaderingen van de gemeenteraad. Daarin zijn toen m.b.t. ondergetekende een aantal zaken voorgevallen die niets van doen hadden met politiek of standpunten. Enkele hoogst onbehoorlijke en onacceptabele handelingen jegens mij hebben toen aanleiding gegeven tot het indienen van uiteindelijk vier officiële klachten.
De aanleiding tot dit alles was een door B en W willens en wetens schriftelijk verspreide leugenachtige mededeling over mij, gedaan naar de gemeenteraad. Zie hiervoor mijn brief aan B en W d.d. 5-10-2014, het verslag van 7 oktober 2014 en uiteindelijk de officiële klacht over de handelwijze van B en W, gericht aan de Raad van de gemeente Terschelling d.d. 20-11-2014.
De correspondentie die hierna is gevolgd is bij de brief van heden als bijlage toegevoegd. In die tussentijd had zich nog een ander voorval voorgedaan nl. dat de voorzitter van de raadscommissie volkomen ten onrechte en in strijd met alle regels mij in mijn spreekrecht heeft belemmerd.
Deze gang van zaken is middels een officiële klacht d.d. 12-10-2014 bij de Raad en Raadscommissie neergelegd. Omdat nergens op werd gereageerd is hierover op 9-2-2015 een derde klacht ingediend bij de Raad.
De raadsvergadering van 3 februari 2015 gaf aanleiding tot een vierde klacht, gedateerd 21-2-2015. Tijdens deze bijeenkomst werd door de op dat moment fungeerde voorzitter niet alleen mijn spreken verstoord maar ook een onbeschofte en beledigende wijze van omgaan met mij als collega-raadslid gemanifesteerd. Op allerlei wijzen is nadien de Raad verzocht om de vier klachten in behandeling te nemen, te weten een m.b.t. de leugen van B en W, en drie m.b.t. leden van de Raad.
Voor het in behandeling nemen zijn de nodige instrumenten aanwezig. Allereerst is daar het eigen klachtenreglement van de gemeente Terschelling waaruit blijkt dat een ieder, niemand uitgesloten , ook een raadslid niet, bij de gemeente een klacht kan indienen die dan volgens vastgestelde procedure wordt behandeld.
Daarin is ook vastgesteld hoe een klacht tegen het college moet worden behandeld. Het presidium van de raad heeft daarin als eerste een rol. Behalve genoemd klachtenreglement is daar nog de Algemene wet bestuursrecht ( Awb ) waarin het klachtrecht met duidelijk voorgeschreven procedure is vastgelegd. Gebleken is inmiddels dat vanuit de gemeenteraad er onwil is om de klachten zelfs maar in behandeling te nemen. De desbetreffende brieven zijn als voor ter kennisneming aangemerkt en vervolgens gedeponeerd.
Daaraan ligt mede ten grondslag de onterechte opvatting dat de klachten van politieke aard zijn en dat een raadslid geen klachten zou kunnen indienen. Dat de meerderheid van een gemeenteraad haar eigen klachtenreglement naast zich neer legt is een manifestatie van onbehoorlijk bestuur en een slecht voorbeeld naar de burgerij.
Dat de meerderheid van de raad de in de Awb neergelegde verplichting om klachten in behandeling te nemen aan de laars lapt is nog ernstiger. Hiermee wordt gemanifesteerd dat men willens en wetens lak heeft aan deze wet en zich er dus boven verheven voelt, anders gezegd : eigen “ wet “ eerst.
Een dergelijke houding, te betitelen als overtreding van de wet, is zeker voor een gemeentelijke overheid volstrekt onacceptabel.
De bovengenoemde gang van zaken is, zoals ook blijkt uit alle correspondentie te beschouwen als een uiting van een zekere “ bestuurscultuur, “ vanuit de “ macht “ van de meerderheid minachten van het te respecteren belang van iemand die een klacht indient en daarbij ook nog minachting van de wet, de Awb.
Een overheid heeft om zijn integriteit te behouden de rechte weg te bewandelen, op straffe van verlies van vertrouwen bij de burgerij wiens belang zij heeft te behartigen. Dat maakt ook dat deze zaak het “ belang “ van ondergetekende overstijgt. Hier is een principe in het geding. Sinds de eerste klacht werd ingediend op 12 oktober 2014 is bijna een jaar verstreken met intussen nog meer klachten, en correspondentie die niet tot een aanpak heeft geleid.
Deze vorm van onbehoorlijk en verwijtbaar openbaar bestuur vraagt mede vanwege het principiële karakter en het daaraan verbonden algemeen belang, behoorlijk openbaar bestuur, om door een daartoe bevoegde rechterlijke macht te worden gecorrigeerd.
De rechtbank wordt ten aanzien van het bovengenoemde verzocht op korte termijn bij vonnis uit te spreken dat :
1) Dat de gemeente Terschelling een eigen klachtenreglement heeft dat ook hier van toepassing is en hoort te zijn, voor een ieder die bij de gemeente een officiële klacht indient.
2) Dat de door de gemeente, raadsleden als wel B en W gepresenteerde opvatting dat eigen raadsleden hiervan uitgesloten zijn onjuist is en in strijd met het onder 1) genoemde klachtenreglement.
3) Dat behalve in het onder 1) genoemde klachtenreglement het klachtrecht ook is vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht ( Awb ) middels een duidelijk omschreven procedure.
4)  Dat de meerderheid van de Raad der gemeente Terschelling had moeten bevorderen dat de door klager, raadslid Gossen Bos ingediende vier klachten op grond van het eigen klachtenreglement in procedure werden gebracht en door dit bewust niet te doen   ernstig in gebreke is gebleven.
5) Dat zeker op grond van de door klager aangevoerde Awb. de vier ingediende klachten in procedure gebracht hadden moeten worden.
6) Dat de meerderheid van de raad als hoogste gemeentelijk bestuursorgaan er bewust voor heeft gekozen om aan de in 5) genoemde wettelijke verplichting geen gehoor te geven.
7) Dat het onder 6) genoemde betekent dat hier sprake is van overtreding van de wet, wat dit bestuursorgaan dat naar de burgerij een voorbeeldfunctie heeft, zwaar is aan te rekenen.
8) Dat de rechtbank de raad der gemeente Terschelling alsnog opdraagt om conform het eigen gemeentelijke klachtenreglement en het gestelde in de Awb de vier door klager Gossen Bos ingediende klachten alsnog ten spoedigste in behandeling te nemen.

                                                                           Hoogachtend,

Gossen Bos.
Formerum 101.
8894 KD. Terschelling.
Raadslid van Plaatselijk Belang Terschelling ( PBT ).

Bijlage : Een chronologisch overzicht van relevante correspondentie met kopieën hiervan.
 


Geplaatst

in

door