PBT en de rechtszaak op 5 januari 2016.

PBT en de rechtszaak op 5 januari 2016. Een verzoek om in het eilanderbelang in twee zaken Recht te Doen.

Dinsdag 5 januari 2016 is er een zitting van de Rechtbank Noord-Nederland m.b.t. twee zaken die daar vanuit PBT. aanhangig zijn gemaakt.

De zitting is om 16.00 uur in het gebouw op het Zaailand 102 te Leeuwarden en voor publiek toegankelijk. Voor een goed begrip nog even een terugblik.

We leven zo eind van het jaar nog een beetje in kerstsfeer maar “ vrede op aarde “ lijkt wel steeds verder weg. Het hele Midden Oosten staat zo ongeveer door haat in brand en dat gaat Europa niet voorbij. Ook op ons mooie eiland is niet alles pais en vree. We hebben de laatste tijd, los van “ kleine “ politieke probleempjes twee zaken van formaat aan de orde gezien, de “ veerbootoorlog “ en de “ klokkenluiderzaak “. De “ klokkenluiderzaak “ die als bekend vanuit PBT uiteindelijk ook tot officiële klachten en WOB-verzoeken heeft geleid is nog niet ten einde.

Gerede klachten die door ons raadslid Gossen Bos zowel bij de raad als het college zijn ingediend werden daar terzijde gelegd. Dit naar aanleiding van de merkwaardige opvatting dat een raadslid geen klachten zou kunnen indienen. Die opvatting is niet alleen in strijd met de eigen gemeentelijke klachtenverordening maar ook, nog belangrijker, in strijd met de Algemene wet bestuursrecht ( Awb ). Over de WOB-verzoeken voor een goed begrip nog het volgende. De Wet Openbaarheid van Bestuur geeft de mogelijkheid om nagenoeg alle informatie bij een overheidsorgaan op te vragen.

De fractie van PBT heeft aan B en W gevraagde informatie niet naar behoren kunnen krijgen, wat op zich al te gek voor woorden is. Om die reden heeft zij zich genoodzaakt gezien om “ met de WOB in de hand “ die informatie alsnog “ afgedwongen “ te krijgen maar ook zo werd geen resultaat bereikt. Twee zaken dus waarin ons gemeentebestuur, de raadsmeerderheid en het college geen blijk geeft van goed en behoorlijk bestuur. Geen andere oplossing meer ziende zijn de “ klachtenzaak “ en de “ WOB-zaak “ nu bij de Rechtbank Noord-Nederland aanhangig gemaakt, opdat er Recht wordt gedaan. De zaak lijkt juridisch voor deskundigen misschien ook interessant omdat in feite ook de raadsmeerderheid in “ de beklaagdenbank “ staat. Dit vanwege het bewust naast zich neer leggen van wat de Awb zegt over ( bij de raad ) ingediende klachten.

Inmiddels zijn de bij zo’n rechtsgang gebruikelijke procedures in gang gezet. In juridische termen is daarin de gemeente “ verweerder “ en PBT. die de zaken aanhangig heeft gemaakt “ appellant “. Partijen mogen tot zekere termijn nog stukken bij de rechtbank indienen en zich door anderen laten bijstaan. De gemeente heeft als “ verweerder “ door haar huisadvocaat Stibbe bij de rechtbank een zg verweerschrift ingediend. Dat is PBT als “ appellant “ door de rechtbank weer toegestuurd. PBT. heeft de rechtbank van haar visie op laatstgenoemd stuk in kennis gesteld, en tevens gemeend het college van haar gevoelen in deze te laten blijken, wij zijn tenslotte ook nog een keer mensen.
Van dat gevoelen willen wij, met buiten beschouwing laten van de in het navolgende citaat verwoorde juridische aspecten, de eilander gemeenschap deelachtig maken. Uiteindelijk gaat het bij PBT, zoals onze naam ook zegt tenslotte om dat algemene belang.

Wat PBT zo in algemene termen aan de rechtbank heeft meegedeeld is het volgende :
De fractie van Plaatselijk Belang Terschelling bestaat uit burgers die alle dagen gewoon moeten werken voor de kost en daarnaast als raadslid in hun eigen tijd voor het algemeen belang dienstbaar moeten en willen zijn. Hoewel de gemeenteraad geacht wordt het hoogste locale gezag te zijn blijkt dat, zoals in deze hele affaire te zien, in zijn praktische uitwerking niet altijd zo vanzelfsprekend als verwacht mag worden.

De hele gang van zaken m.b.t. beide Wob-verzoeken laat een geest van onwil en bestuurlijk machtsmisbruik zien. Het is ongehoord dat raadsleden gebruik moeten maken van de Wob om aan informatie te komen. Het is eveneens ongehoord dat er een soort obstructie wordt ervaren in eenmaal ingestelde verzoekprocedures. Het getuigt vervolgens van een zorgwekkend gebrek aan kennis, inzicht en acceptatie t.a.v. bepaalde wetten en verordeningen door als college van B en W en raadsmeerderheid uiteindelijk onhoudbare interpretaties publiekelijk als waarheid te presenteren.

In herinnering wordt hier gebracht de opvatting dat raadsleden “geen gebruik zouden mogen maken” van de Wob. en dat een raadslid geen officiële klachten zou kunnen indienen. De raadsfractie van Plaatselijk Belang Terschelling ziet zich in deze affaire gesteld tegenover een college van B en W dat zichzelf en anderen een ernstig probleem heeft bezorgd. En de meerderheid van de raad laat dit alles laten gebeuren door zijn invloed niet aan te wenden. Willens en wetens zijn de verantwoordelijken doorgegaan op een o.i. doodlopende weg, de weg van een vermeend eigen gelijk.

Het hele probleem was door een correcte opstelling, bestuurlijke bescheidenheid en gevoeligheid helemaal te vermijden geweest. Het probleem begon al bij de zaak “ klokkenluider “ en resulteerde in het verlengde ervan in de nu op handen zijnde rechtsgang. De fractie van PBT. heeft in deze zaak in tegenstelling tot B en W geen duurbetaalde juridische hulp tot zijn beschikking. Het fractiebudget bedraagt slechts een schamele € 2000,- waarvoor een dure advocaat niet eens komt kijken, stellen wij ons voor. En van dit bedragje kan PBT nog niet eens de legeskosten a € 331,- vergoed krijgen, kosten die de fractie gedwongen wordt te maken in het kader van het algemeen belang en kennelijk uit eigen zak moeten worden betaald. Dat is althans wat de gemeente ons heeft bericht. Het is beschamend.

Daar tegenover staat dat het college van B en W, als verantwoordelijk voor dit hele conflict, zich kan bedienen van externe duur betaalde specialistische juridische bijstand. Dat wordt zonder probleem kennelijk betaald uit de algemene middelen, moeizaam door de burger opgebracht belastinggeld dat op deze wijze nutteloos wordt besteed, verkwist. Ook dat is in strijd met waar PBT voor staat, het algemene belang van de eilander burgers.

Appellant meent dat het voorgaande duidelijk maakt dat er veel is misgegaan op ons mooie eiland Terschelling. Los van wat dit financieel tot op heden heeft gekost, inclusief alle “verborgen kosten”, is er ook nog immateriële schade op ons eiland. Te denken valt aan
ergernis, verdeeldheid in de gemeenschap en verlies van aanzien en gezag, als locaal bestuur. De fractie van PBT. meent dat vanwege dit alles het locale bestuur aan de eilander gemeenschap wel zijn excuses mag aanbieden voor wat het heeft aangericht.

Fractie Plaatselijk Belang Terschelling.
Formerum, 27-12-2015.


Geplaatst

in

door